Klachtenregeling

(Zoais gebruikt door de kantoren aangesloten bij het "klein kantorenoverleg").

Indien één van de cliënten (opdrachtgevers bij bedoelde kantoren) van mening is, dat hij onvoldoende terzijde is gestaan door één van de advocaten dan wel anderszins van mening is dat de advocaat tekort is geschoten, dient te worden bezien in hoeverre het gerezen probleem intern (binnen het bewuste kantoor) kan worden opgelost.

Indien één van de partijen (advocaat/cliënt) van mening is, dat het probleem niet naar behoren is opgelost, kan intervisie/bemiddeling van één of meer van de bij het bedoelde overleg betrokken advocaten worden ingeroepen voor een tweede oordeel/mening. Deze(n) maakt/maken een (kort) verslag van de bevindingen en zendt/zenden dit naar de naar tussenkomst vragende advocaat/cliënt.

Indien de cliënt desalniettemin een klacht overweegt in te stellen bij de raad van toezicht/deken in het betreffende arrondissement kan de advocaat de cliënt voorstellen het probleem voor te leggen aan het klein kantorenoverleg. Zowel de cliënt als de advocaat informeren "het overleg", zo compleet en zo kort mogelijk. De inschakeling van "het overleg" kan een verheldering van het probleem betekenen. De cliënt zal vrezen voor partijdigheid, echter indien de cliënt geen bevrediging vindt in de analyse en oplossing van het probleem blijft voor hem de gang naar de raad van toezicht/deken open.

Inschakeling van "het overleg":
Indien één van de bij "het overleg" betrokken kantoren in een klachtenprocedure is betrokken of dreigt te geraken, zullen twee/drie advocaten van de overige kantoren, los van elkaar, het probleem analyseren en eventueel een oplossing aandragen. De analyses/oplossingen worden uitgewisseld tussen de twee bedoelde kantoren en gezamenlijk wordt getracht, binnen een maand na inschakeling van beide kantoren, één analyse en één oplossing aan de betreffende advocaat/cliënt te zenden.

Indien de klager niet instemt met het voorgestelde kan, zo hij dat nodig vindt, de raad van toezicht/deken adiëren.